Bepaal alle x-waarden
waarvoor de breuk
x.(2x − 3)
————
x − 6

gelijk wordt aan 0.
A.   { 0 }
B.   { }
C.   { , 0 }
D.   { 0, , 6 }
E.   { , 6 }
A    B    C    D    E

[ 4-2264 - op net sinds 15.6.15-(E)-25.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

De x-waarden waarvoor de breuk nul wordt zijn die x-waarden die de teller nul maken, uitgezonderd die waarden die ook de noemer nul maken (maar dat is hier niet het geval).
De teller wordt nul voor x = 0 en x = 3op2
Dus 6 is er niet bij : een breuk waarvan de noemer 0 is, is niet gedefinieerd.
( Delen door nul is flauwekul )