De omtrek van een cirkel is 2πR overeenkomend met een hoek van 2π rad
Een hoek van 1 rad komt dan overeen met een boog van (precies !) R
Een hoek van θ rad komt dan overeen met een boog van θR (= L).
De oppervlakte van een cirkel is πR² overeenkomend met een hoek van 2π rad
Bij 1 rad komt er dus een oppervlakte van
R²
Bij θ rad komt er dus een oppervlakte van
R²θ
Deze uitkomst staat niet bij de alternatieven.
We kunnen echter θR vervangen door L.
We verkrijgen dan
R²θ =
R.(Rθ) =
R.L
Merk op dat deze formule zeer erg gelijkt op de formule voor de oppervlakte van een driehoek met basis L en hoogte R.
Dit is een tip om de formule te onthouden !