De helft van
het getal
2− 2
is gelijk aan
A.   \(\frac18\)
B.   \(\frac12\)
C.   \(-\frac12\)
D.   \(-\frac14\)
E.   \(-\frac18\)
A    B    C    D    E

[ 2-2110 - op net sinds 13.5.13-(E)-18.7.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

Half of the
number
2-2
is equal to
A.   \(\frac18\)
B.   \(\frac12\)
C.   \(-\frac12\)
D.   \(-\frac14\)
E.   \(-\frac18\)

Oplossing - Solution

22 = 4 , dus 2−2 is één vierde, dus −2−2 is min één vierde
nu nog de helft daarvan nemen
(de helft van een vierde is een achtste)