Van de volgende drie gelijkheden
i)  (a − b)² = (a + b)(a − b)
j)   a² + b² = (a + b)(a − b)
k)  (a + b)² = (a + b)(a + b)
A.  is enkel  i)  juist
B.  is enkel  j)  juist
C.  is enkel  k)  juist
D.  zijn er precies 2 van juist
E.  is er geen enkele van juist
A    B    C    D    E

[ 2034 - op net sinds 3.12.2020-(E) ]

Translation in   E N G L I S H

i)  (a − b)² = (a + b)(a − b)
j)   a² + b² = (a + b)(a − b)
k)  (a + b)² = (a + b)(a + b)
A.   only   i) correct
B.   only   j) correct
C.   only   k) correct
D.   exactly 2 correct
E.   none correct

Oplossing - Solution

De eerste twee zijn fout ! !
gricha