Kies je lengte-eenheid zodanig dat de straal van de cirkel lengte 3 heeft.
De gele driehoek is de helft van een rechthoek die even lange diagonalen
heeft als de straal van de cirkel !
Voor de gele rechthoekige driehoek met scherpe hoek ? heeft de aanliggende
rechthoekszijde een lengte 2 en de schuine zijde een lengte 3 (de straal van de cirkel).
Vandaar dat de cosinus van α de verhouding is van die twee getallen.