Bij een cirkel met straal r beschouwt men een cirkelboog
met lengte s die op de middelpuntshoek α staat (zie figuur)
Die middelpuntshoek is in zestigdelige graden gelijk aan
Als α in radialen is uitgedrukt, is de formule die het verband legt tussen α, r en s de eenvoudigste die je maar kan indenken : s = rα.
(bv. voor een volledige cirkelboog krijg je omtrek cirkel = r.2π !).
Vandaar dat \(\alpha=\frac rs \) voor α uitgedrukt in radialen.
Nu moet je nog de hoek (in radialen) omzetten in zestigdelige graden, d.w.z. vermenigvuldigen met \(\frac {180} {\pi} \). Vandaar het antwoord.
[ Om van radialen naar zestigdelige graden te gaan en omgekeerd, moet je eigenlijk maar twee factoren onthouden : \(\frac {180} {\pi} \) of \(\frac {\pi} {180} \).
De eerste factor vergroot je getal, de tweede factor verkleint je getal.
Van radialen naar graden moet je je getal vergroten, dus ×\(\frac {180} {\pi} \).
Van graden naar radialen moet je je getal verkleinen, dus ×\(\frac {\pi} {180} \).
Vergelijk het met het omzetten van euro's in franken of omgekeerd : ×40 of ×\(\frac {1} {40} \) (= : 40) ]