Als
(1, 2) en
( − 2, 2)
twee plaatsvectoren zijn
(in een georthonormeerd assenstelsel)
,
dan is het inproduct
.
gelijk aan
A. − 2
B. 2
C. 3
D. − 3
E. 0
[ 4-1699 - op net sinds 23.5.98-()-29.10.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
Oplossing - Solution
.
= 1.(−2) + 2.2 = −2 + 4 = 2
Ik zou graag een gelijkaardige vraag willen beantwoorden.