Het gemiddelde is μ = 60.
σ = 20 is de best schatting voor de standaardafwijking,
omdat tussen μ − σ en μ + σ ongeveer 2/3 (68%) van de waarnemingsgetallen moeten zitten.
Hier zitten tussen 60-20 = 40 en 60+20 = 80 4 van de 6 gele blokkes, dus 4/6 = 2/3 van de waarnemingsgetallen.