De vette lijn van deze figuur bestaat uit drie lijnstukken met lengte R en een cirkelboog met lengte 3R.
De aangeduide hoek x heeft een grootte die het best benaderd wordt door
Een gelijkzijdige driehoek heeft hoeken van 60°.
Een boog met lengte R staat op een middelpuntshoek van precies één radiaal.
x = 360° − 60° − 3rad ≈ 300° − 3×57° = 300° − 171° = 129°
(exacter : 128° 6′ 46″ )