|
Van de drie volgende gelijkheden : 2bc − b² − c² = (− b − c)² (− b − c)² = − (b + c)² |
A. is enkel de 1ste juist |
|---|---|
| B. is enkel de 2de juist | |
| C. is enkel de 3de juist | |
| D. zijn er twee van juist | |
| E. is er geen enkele van juist |
[ 2-1572 - op net sinds 14.9.2024-(E)- ]
|
IN CONSTRUCTION |
|---|