1ste manier : redenering in een rechthoekige driehoek
Neem 2 als basis van deze driehoek. De opstaande zijden zijn dan 4 lang. Teken de symmetrieas van de driehoek.
Zo ontstaan twee rechthoekige driehoeken met een rechthoekszijde van 1 en schuine zijde van 4.
De helft van de tophoek α is een scherpe hoek tegenover 1.
In die rechthoekige driehoek is dan sin
=
Via terugzoeken vindt men
en na verdubbeling de gevraagd hoek.
(evt. nog eerst omzetten in ° ′ ″)
[Voor vijfdejaars ook : α = 2.Bgsin 0,25 ]
2de manier : cosinusregel in een driehoek
Noem x de lengte van de basis, dan is 2x de lengte van de opstaande zijden. Weze α de tophoek, dan kan men op de basis de cosinusregel toepassen :
x² = 4x² + 4x² − 2.2x.2x.cos α
x² = 8x² − 8x².cos α
1 = 8 − 8.cos α
8.cos α = 7
cos α =
7/
8
Nu 'terugzoeken' met bv. de zakrekenmachine en er bewust van zijn dat je het antwoord hebt in ° ′ ″
Merk op : x valt volledig weg in de vergelijking, d.w.z. dat het antwoord onafhankelijk is van de grootte van de basis (begrijpelijk op basis van gelijkvormigheid).
Je had evengoed voor de basis 1, of 2, of 2020 kunnen nemen.