In een gelijkbenige driehoek zijn de opstaande zijden dubbel zo lang als de basis.
De tophoek is dan gelijk aan
A.  26° 33′ 54″
B.  28° 04′ 21″
C.  28° 57′ 18″
D.  een geheel aantal graden
E.  minder dan 25°
A    B    C    D    E

[ 4-1297 - op net sinds 31.7.2020-(E)-22.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

In an isosceles triangle, the upright legs are twice as long as the base.
What is the measure of the vertex angle ?
A.   26° 33′ 54″
B.   28° 04′ 21″
C.   28° 57′ 18″
D.   an integer number of degrees
E.   less tan 25°

Oplossing - Solution

1ste manier : redenering in een rechthoekige driehoek
Neem 2 als basis van deze driehoek. De opstaande zijden zijn dan 4 lang. Teken de symmetrieas van de driehoek. Zo ontstaan twee rechthoekige driehoeken met een rechthoekszijde van 1 en schuine zijde van 4.
De helft van de tophoek α is een scherpe hoek tegenover 1.
In die rechthoekige driehoek is dan   sin = 1/4
Via terugzoeken vindt men en na verdubbeling de gevraagd hoek.
(evt. nog eerst omzetten in ° ′ ″)
[Voor vijfdejaars ook :  α = 2.Bgsin 0,25 ]
2de manier : cosinusregel in een driehoek
Noem x de lengte van de basis, dan is 2x de lengte van de opstaande zijden. Weze α de tophoek, dan kan men op de basis de cosinusregel toepassen :   x² = 4x² + 4x² − 2.2x.2x.cos α
x² = 8x² − 8x².cos α
1 = 8 − 8.cos α
8.cos α = 7
cos α = 7/8
Nu 'terugzoeken' met bv. de zakrekenmachine en er bewust van zijn dat je het antwoord hebt in  ° ′ ″
Merk op : x valt volledig weg in de vergelijking, d.w.z. dat het antwoord onafhankelijk is van de grootte van de basis (begrijpelijk op basis van gelijkvormigheid).
Je had evengoed voor de basis 1, of 2, of 2020 kunnen nemen.
gricha