|
Als je
(2 − x)(2 + x)(4 − x2) uitrekent en herleidt |
A. verkrijg je 16 − x4 |
|---|---|
| B. verkrijg je 16 + x4 | |
| C. verkrijg je een veelterm met drie termen | |
| D. verkrijg je een veelterm met vier termen | |
| E. verkrijg je een veelterm met vijf termen |
[ 3-1283 - op net sinds 12.12.12-()-10.1.2025 ]
| IN CONSTRUCTION |
|---|