In het vlak tekent men een gelijkzijdige driehoek ABC.
Waar moet de oorsprong van het vectorvlak gekozen worden opdat  ?
A.  In één van de hoekpunten van de driehoek
B.  Op de omgeschreven cirkel van de driehoek
C.   In het spiegelbeeld van A t.o.v. BC
D.   In het spiegelbeeld van B t.o.v. AC
E.   In het spiegelbeeld van C t.o.v. AB
A    B    C    D    E

[ 4-1255-vwo14-(2s23) - op net sinds 17.10.12-()-30.10.2024 ]


Deze vraag (vraag 23) werd gesteld op woensdag 3 maart 1999, tijdens de tweede ronde van de Vlaamse Wiskunde Olympiade.
57% van de deelnemers (aan deze tweede (!) ronde ) vonden het juiste antwoord (26% blanco)

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

A O B C



wat leidt tot de
volgende figuur