Als   a > 1, hoeveel van de volgende zes uitdrukkingen stellen dan een reëel getal voor ?
\( \sqrt{1-a} \quad \sqrt{a-1} \quad \sqrt[3]{a-1} \\ \sqrt[3]{1-a} \quad \sqrt[4]{1-a} \quad \sqrt[5]{1-a} \)
A.  1
B.  2
C.  3
D.  4
E.  5
A    B    C    D    E

[ 3-1089 - op net sinds 2.2.2020-(E)-24.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

De tweede, derde, vierde en zesde stellen reële getallen voor.
De twee andere niet want je kan geen vierkantswortel of vierdemachtswortel trekken uit een negatief getal.
gricha