|
Als je 2(x − 3)x − 3 uitwerkt en herleidt, verkrijg je |
A. een veelterm van de 3de graad |
|---|---|
| B. een veelterm van de 2de graad met 2 termen | |
| C. een veelterm van de 2de graad met 3 termen | |
| D. een veelterm met 4x als één van de termen | |
| E. een veelterm met − 4x als één van de termen |
[ 3-1004 - op net sinds .11.12-(E)-10.1.2025 ]
| IN CONSTRUCTION |
|---|