In een rechthoekige ΔABC construeert men een cirkel met middelpunt op de schuine zijde, en die de twee rechthoeks-zijden raakt.
Dit middelpunt ligt op de ...
Als je het middelpunt verbindt met de twee raakpunten, ontstaat een rechthoek met twee gelijke opeenvolgende zijden, dus een vierkant. De rechte die A verbindt met het middelpunt is dus een diagonaal van het vierkant en is dus niets anders dan de bissectrice van de hoek A.