In een gelijkbenige driehoek ABC zal de zwaartelijn
uit de tophoek A tevens de bissectrice zijn uit A.
Men kan dit bewijzen door aan te tonen dat de beide
driehoeken die door die lijn ontstaan, congruent zijn.
Dit gebeurt met het congruentiekenmerk
De twee driehoeken hebben twee aan twee even grote zijden.
a) de gemeenschappelijne zijde
b) de benen van de gelijkbenige driehoek
c) de basis die door de zwaartelijn in twee gelijke stukken wordt verdeeld