Welke uitspraak is waar ?
A.   De grootste waarde die  x2 − 6x  kan hebben is − 9
B.   De kleinste waarde die  x2 − 6x  kan hebben treedt op voor x = − 9
C.   De kleinste waarde die  x2 − 6x  kan hebben is − 9
D.   De kleinste waarde die  8x − x2  kan hebben is 16
E.   De kleinste waarde die  8x − x2 kan hebben treedt op voor x = 4
A    B    C    D   E

[ 4-0691 - op net sinds 3.1.14-(E)-12.7.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

y = x² − 6x = x(x − 6) is de vergelijking van een dalparabool.
Er is geen grootste waarde, wel een kleinste waarde, die optreedt voor x="3"
(gemiddelde van de nulwaarden 0 en 6 en tevens de abscis van de top).
Die kleinste waarde is dan 3.(3 − 6) = − 9 (het antwoord).
y = 8x − x² = x(8 − x) is de vergelijking van een bergparabool .
Er is geen kleinste waarde, wel een grootste waarde, die optreedt voor x = 4
(gemiddelde van de nulwaarden 0 en 8 en tevens de abscis van de top)
Die grootste waarde is dan 4(8 − 4) = 16