Een middelpuntshoek die precies op een boog staat met lengte r (straal cirkel) is precies gelijk aan 1 radiaal. Een boog met lengte 2r staat dus op een middelpuntshoek van 2 radialen.
Vermits een gestrekte hoek π radialen groot is, is het antwoord dus π − 2, in radialen. In zestigdelige graden is 1 rad ≈ 57° zodat het antwoord is θ ≈ 180° − 114° = 66°