In een rechthoekig trapezium is de grote basis 10% groter dan de kleine basis. De schuine opstaande zijde is 10% groter dan de andere opstaande zijde. De oppervlakte van de onderste driehoek ΔSDC is
. . . groter dan de oppervlakte van de bovenste ΔSBA (S = snijpunt der diagonalen)
|
A. 1% |
B. 2% |
C. 5% |
D. 10% |
E. meer dan 20% |
[ G-0203 - op net sinds 23.10.2024-(E)- ]
Translation in E N G L I S H
Oplossing - Solution
De driehoeken SAB en SCD zjn gelijkvormig (HHH).
Daar |DC| 10% groter is dan |AB| is de gelijkvormigheidsfactor 1,10
Daardoor heeft Δ SCD een oppervlakte die 1,10² = 1,21 keer groter is dan ΔSAB.
De onderste driehoek is (qua oppervlakte) 21% groter dan de bovenste.
Merk op dat we NIETS moeten weten over de lengtes van de opstaande zijden !