y = 1opx   y = (x − 5)(x + 3)   y = x3 − x
y = 3x   y = (2 − 3x)2   y = 1/2 (2 − 3x)
Twee van de zes vergelijkingen
zijn vergelijkingen van een
A.  derdegraadskromme
B.  exponentiële kromme
C.  hyperbool
D.  parabool
E.  rechte
A    B    C    D    E

[ 6-0019 - op net sinds 19.7.2020-(E)-2.11.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

Eerste regel : hyperbool - parabool - derdegraadskromme
Tweede regel : exponentiële kromme - parabool - rechte
gricha