Welke
uitspraak
is correct ?
A.    (a − b)2 = (a − b)(a + b)
B.    (a − b)2 = (b − a)2
C.    a2 + b2 = (a + b)(a − b)
D.    a2 + b2 = (a + b)2
E.    (b − a)(b − a) =  −  (a − b)2
A    B    C    D    E

[ 2-0016 - op net sinds 24.11.97-(E)-4.11.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

Which
statement
is correct ?
A.   (a − b)2 = (a − b)(a + b)
B.   (a − b)2 = (b − a)2
C.   a2 + b2 = (a + b)(a − b)
D.   a2 + b2 = (a + b)2
E.   (b − a)(b − a) =  −  (a − b)2

Oplossing - Solution

A → (a − b)² = (a − b)(a − b)     zoals 5² = 5.5 en a² = a.a
B → (a − b)² = (b − a)²       want  a − b  en  b − a  zijn tegengesteld
          (tegengestelde getallen hebben hetzelfde kwadraat)
C → a² + b²   kan je niet ontbinden in factoren,
        geen enkele som van kwadraten trouwens (in r)
D → zie C
E → (b − a)(b − a) = (b − a)² = (a − b)²   zie B
gricha