Te bewijzen : | n7 − n = |
m.a.w. | n7 − n is deelbaar door 7 |
Bewijs : | |
Deel I |
De formule is triviaal voor n = 0 en n = 1. We beginnen dus bij n = 2. De uitdrukking is dat gelijk aan 27 − 2 = 128 − 2 = 126 = 7.18 = |
Deel II | Gegeven : | k7 − k = ( I.H.) | |
Te bewijzen: | (k+1)7 − (k+1) = | ||
Bewijs : | LL = (k+1)7 − (k+1) | ||
__= k7+7k6+21k5+35k4+35k3+21k2+7k+1 − k−1 | |||
__= (k7− k) + 7.(k6 + 3k5 + 5k4 + 5k3 + 3k2 + k) | |||
Beide termen zijn deelbaar door 7, de eerste omwille van de inductiehypothese, de tweede omwille van de factor 7. De hele som is dus deelbaar door 7 Q.E.D. |