Te bewijzen : 32n+2 − 8n + 7   is deelbaar door 16
m.a.w. 16 |  32n+2 − 8n + 7
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is de uitdrukking gelijk aan
3² − 8.0 + 7 = 16 → O.K.
Deel II Gegeven : 32k+2 − 8k + 7   is deelbaar door 16   ( I.H.)
Te bewijzen: 32k+4 − 8k − 8 + 7   is deelbaar door 16
Bewijs : 32k+4 − 8k − 8 + 7
__ = 9.32k − 8k − 8 + 7
__ = (32k+2 − 8k + 7) + 8.(32k − 1)
De eerste term is deelbaar door 16 vanwege de inductiehypothese. De tweede term is niet alleen deelbaar door 8 maar ook door 16 want 32k − 1 is een even getal (oneven + oneven = even).
De hele som is dus deelbaar door 16   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP