Te bewijzen : 55n+1 + 45n+2 + 35n   is deelbaar door 11
m.a.w. 11 |  55n+1 + 45n+2 + 35n
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is de uitdrukking gelijk aan
51 + 42 + 30 = 5 + 16 + 1 = 22 = 11.2
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven : 55k+1 + 45k+2 + 35k   is deelbaar door 11 ds ( I.H.)
Te bewijzen: 55k+6 + 45k+7 + 35k+5   is deelbaar door 11
Bewijs : 55k+6 + 45k+7 + 35k+5
__ = 55.55k+1 + 45.45k+2 + 35.35k
__ = 55k+1(55 + 1 − 1) + 45k+2(45 + 1 − 1) + 35k.(35 + 1 − 1)
__ = (55k+1 + 45k+2 + 35k) + 55k+1(55 − 1) + 45k+2(45 − 1) + 35k(35 − 1)
De eerste term is deelbaar door 11 wegens de Inductiehypothese.
Zijn de drie laatste termen dat ook ? Ja, want :
55 − 1 = 3124 = 11.284  ♦  45 − 1 = 1023 = 11.93  ♦  35 − 1 = 484 = 11.22
Elke van deze vier termen zijn dus deelbaar door 11 zodat we ook
kunnen besluiten dat de hele som deelbaar is door 11   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP