Te bewijzen : | 102n−1 + 1 is deelbaar door 11 (n = 1, 2, ...) |
m.a.w. | 102n−1 geeft bij deling door 11 rest 10 |
Bewijs : | |
Deel I |
Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is de uitdrukking gelijk aan 101 + 1 = 11 ⇒ O.K. |
Deel II | Gegeven : | 102k−1 + 1 is deelbaar door 11 ( I.H.) |
Te bewijzen: | 102k+1 + 1 is deelbaar door 11 | |
Bewijs : | 102k+1 + 1 | |
__ = 100.102k−1 + 1 | ||
__ = 99.102k−1 + (102k−1 + 1) | ||
De eerste term is deelbaar door 11 omdat 99 deelbaar is door 11, de tweede term (haakjes) is deelbaar door 11 omwille van de Inductie Hypothese. De hele som is dus deelbaar door 11 Q.E.D. |