Te bewijzen : Een verzameling met n elementen bezit 2n deelverzamelingen
m.a.w. Als  #(V) = n  dan is  
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is V = ∅ (de lege verzameling)
Die verzameling heeft één deelverzameling, ∅ zelf.
Bovendien is 20 ook gelijk aan één → O.K.
Deel II Gegeven :
Te bewijzen:
Bewijs : Weze  V ' = V ∪ {m}   ( m ∉ V )
Alle deelverzamelingen van V ' zijn dan de deelverzamelingen van V aangevuld met deelverzamelingen waarin zich m bevindt. Die verkrijg je gewoon door bij alle deelverzamlingen van V het element m bij te voegen. M.a.w. het totaal aantal zal het dubbel zijn van 2n, dus 2.2n = 2n+1   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP