Te bewijzen : cos (θ + npinew) = (−1)n cos θ
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is
LL = cos θ
RL = (−1)0.cos θ = cos θ
LL = RL → O.K.
Deel II Gegeven : cos (θ + kpinew) = (−1)k cos θ   ( I.H.)
Te bewijzen: cos (θ + (k+1)pinew) = (−1)k+1 cos θ
Bewijs : cos (θ + (k+1)pinew)
__ = cos ((θ + kpinew) + pinew)
__ = cos (θ + kpinew).cos pinew − sin(θ + kpinew).sin kpinew
__ = (−1)k cos θ . (−1) − 0
__ = (−1)k+1 cos θ = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I),
n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP