Te bewijzen : SPn = 1/24(n−1)n(n+1)(3n+2)
Met  SPn bedoelen we de som van alle mogelijke producten,
twee aan twee, van de getallen uit { 1, 2, 3, ..., n }
Bijvoorbeeld : voor {1,2,3} is  SP3 gelijk aan
SP3 = 1.2 + 1.3 + 2.3 = 2 + 3 + 6 = 11
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 2 is
LL = 1.2 = 2
RL = 1/24.1.2.3.8 =2
LL = RL → O.K.
Deel II Gegeven : SPk = 1/24(k−1)k(k+1)(3k+2)
Te bewijzen: SPk+1 = 1/24k(k+1)(k+2)(3k+5)
Bewijs : SPk+1 = SPk + (k+1).1 + (k+1).2 + (k+1).3 + ... + (k+1).k
__ = SPk + (k+1).(1 + 2 + 3 + ... + k)
__ = 1/24(k−1)k(k+1)(3k+2) + (k+1).1/2. k.(k+1)
__ = 1/24k(k+1) [(k − 1)(3k+2) + 12(k+1)]
__ = 1/24k(k+1) (3k²+2k−3k−2 + 12k+12)
__ = 1/24k(k+1) (3k² + 11k + 10)   V(−2) = 12 − 22 + 10 = 0
__ = 1/24k(k + 1) (k + 2)(3k + 5) = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 2 (Deel I), n = 3 (Deel II),
n = 4 (Deel II), n = 5 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP