Te bewijzen : 5n+1 + 3n+1  >  22n+1
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is
LL = 5 + 3 = 8 (de eerste term)
RL = 21 = 2
LL > RL   → O.K.
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven : 5k+1 + 3k+1  >  22k+1     ( I.H.)
Te bewijzen: 5k+2 + 3k+2  >  22k+3
Bewijs : LL = 5k+2 + 3k+2 = 5.5k+1 + 3.3k+1
__ = 3.5k+1 + 3.3k+1 + 2.5k+1
__ = 3.(5k+1 + 3k+1) + 2.5k+1
__ > 3.22k+1 + 2.5k+1
__ > 3.22k+1 + 2.4k+1
__ > 2.22k+1 + 2.22k+2
__ = 22k+2 + 2.22k+2
__ = 3.22k+2
__ > 2.22k+2
__ = 22k+3 = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP