Te bewijzen : 5n  ≥  3n + 4n   (n = 2,3,...)
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 2 is
LL = 5² = 25 (de eerste term)
RL = 3² + 4² = 9 + 16 = 25
LL ≥ RL → O.K. (zelfs LL=RL)
( 3, 4 en 5 is het eenvoudigste Pythagorisch drietal )
Deel II Gegeven : 5k  ≥  3k + 4k
Te bewijzen: 5k+1  ≥  3k+1 + 4k+1
Bewijs : LL = 5k+1 = 5.5k
__ ≥ 5.(3k + 4k)
__ = 5.3k + 5.4k
__ ≥ 3.3k + 4.4k
__ = 3k+1 + 4k+1 = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 2 (Deel I), n = 3 (Deel II),
n = 4 (Deel II), n = 5 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP