Te bewijzen : 2n > n3   (n=10,11,...)
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 10 is
LL = 210 = 1024
[ In de Informatica is 1 KB = 1024 Bytes = 210 Bytes
 Tip om te onthouden :
210 = 1024
]
RL = 103 = 1000
LL > RL → O.K.
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven : 2k > k3    ( I.H.)
Te bewijzen: 2k+1 > (k + 1)3
Bewijs : LL = 2k+1 = 2.2k > 2.k3
__ = k3 + k3nu is voor k > 9 ,  k3 > 9k2
__ > k3 + 9k2
__ = k3 + 3k2 + 6k2nu is voor k > 9 ,  6k2 > 54k
__ > k3 + 3k2 + 54k
__ = k3 + 3k2 + 3k + 51k   nu is voor k > 9 ,  51k > 1
__ > k3 + 3k2 + 3k + 1
__ = (k + 1)3 = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 10 (Deel I), n = 11 (Deel II),
n = 12 (Deel II), n = 13 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP