Te bewijzen : 22n+2 − 1 is deelbaar door 3
m.a.w. 3 | 22n+2 − 1
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is
is  22.0+2 − 1 = 4 − 1 = 3   uiteraard deelbaar door 3
Deel II Gegeven : 22k+2 − 1 is deelbaar door 3     ( I.H.)
Te bewijzen: 22k+4 − 1 is deelbaar door 3
Bewijs :     22k+4 − 1
__ = 4.22k+2 − 1
__ = (22k+2 − 1) + 3.22k+2
(22k+2 − 1) is deelbaar door 3 vanwege de inductiehypothese
3.22k+2  is deelbaar door 3 vanwege de factor 3
De hele som is dus deelbaar door 3
Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP