Te bewijzen :Het aantal diagonalen van een convexe n-hoek is 1/2 n (n − 3)
The number of diagonals of a convex polygon of n sides is 1/2 n (n − 3)
Bewijs :
Deel I De kleinste n-hoek is een driehoek (n=3) en
daarvoor is het aantal diagonalen gelijk aan 1/2 3 (3 − 3) = 0
Correct : een driehoek heeft GEEN diagonalen → O.K.
Deel II Gegeven : Een convexe k-hoek heeft 1/2 k (k − 3) diagonalen
Te bewijzen: Een convexe (k+1)-hoek heeft 1/2 (k+1) (k − 2) diagonalen
Bewijs : Als er een hoekpunt bijkomt kan er uit dat hoekpunt nog (k+1)−2 = k−1 diagonalen
__ getrokken worden : 1/2 k (k − 3) + k − 1
__ = 1/2 (k² − 3k + 2k − 2)
__ = 1/2 (k² − k − 2)
__ = 1/2 (k + 1).(k − 2)   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 3 (Deel I), n = 4 (Deel II),
n = 5 (Deel II), n = 6 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP

Natuurlijk kan de formule ook op een "analoge" manier, dus zonder inductie bewezen worden, zelfs op twee manieren :
a) Cn2 − n = 1/2n.(n − 1) −  n = 1/2(n² − n − 2n) = 1/2(n² − 3n) = 1/2n(n − 3)
b) Uit elk van de n hoekpunten vertrekken er precies n − 3 diagonalen. In totaal dus 1/2n(n − 3).
  (− 3 want naar zichzelf en naar de buurpunten kan je geen diagonaal trekken,
    1/2 want anders tel je de diagoanlen dubbel)