Te bewijzen : (2n)! < 4n.(n!)2(n=1,2,3,...)
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is
LL = 2! = 2
RL = 41.12 = 4
  LL < RL → O.K.
Deel II Gegeven : (2k)! < 4k.(k!)2     ( I.H.)
Te bewijzen: (2k+2)! < 4k+1.[(k+1)!]2
Bewijs : LL = (2k + 2)! = (2k+2)(2k+1)(2k)!
__ < (2k+2)(2k+1).4k.(k!)2
__ = 2(k+1).2(k + 1/2).4k.(k!)2
__ = (k+1)(k + 1/2).4k+1.(k!)2
__ < (k+1)(k+1).4k+1.(k!)2
__ = 4k+1.[(k+1)!]2 = RL   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I),
n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP

Je kan de formule bewijzen voor  n = 0, 1, 2, ... maar dan moet je het ongelijkheidsteken < vervangen door ≤.
Immers voor n = 0 is LL = 1 en RL = 1