Te bewijzen : 10n + 18n − 28   is deelbaar door 27
m.a.w. 10n + 18n − 28   is een veelvoud van 27
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is wordt de uitdrukking
10 + 18 − 28 = 0   deelbaar door 27 → O.K.
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven : 10k + 18k − 28   is deelbaar door 27     ( I.H.)
Te bewijzen: 10k+1 + 18k − 10   is deelbaar door 27   (−28 + 18 = −10)
Bewijs : 10.10k + 18k − 10
= 10k + 9.10k + 18k − 10
= 10k + 18k + 9.10k − 28 + 18
= (10k + 18k − 28) + 9.10k + 18
= (10k + 18k − 28) + 9.(10k + 2)
Nu is 10k+2 altijd deelbaar door 3 want de som van de cijfers is precies 3 !
Dus 9.(10k + 2) is deelbaar door 27           (12, 102, 1002, ... db door 3)
Vermits door de I.H. ook (10k + 18k − 28) deelbaar is door 27,
is de som deelbaar door 27   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I),
n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP