Te bewijzen : 2.7n + 3.5n − 5  is deelbaar door 24
m.a.w. 2.7n + 3.5n − 5  is een veelvoud van 24
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is
2.71 + 3.51 − 5 = 14 + 15 − 5 = 24   deelbaar door 24
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven : 2.7k + 3.5k − 5  is deelbaar door 24     ( I.H.)
Te bewijzen: 2.7k+1 + 3.5k+1 − 5  is deelbaar door 24
Bewijs :   2.7k+1 + 3.5k+1 − 5
= 14.7k + 15.5k − 5
= 2.7k + 12.7k + 3.5k + 12.5k− 5
= (2.7k + 3.5k − 5) + 12.(7k + 5k)
De eerste term is deelbaar door 24 omwille van de I.H.
De tweede term 12.(7k + 5k) is zeker deelbaar door 12 maar ook
door 24 want 7k + 5k is even (daar zowel 7k als 5k oneven is).
Beide termen zijn dus deelbaar door 24 zodat ook de som
deelbaar is door 24.   Q.E.D

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I),
n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP