Te bewijzen :



n−1 wortelvormen
n−1 tweetjes in het RL
n−2 plustekens
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste zinvolle n-waarde, nl. 2 is
LL = 2.cos piop4 = 2.cos 45° = v2puur = RL → O.K.
Deel II Gegeven :       ( I.H.)
Te bewijzen:
Bewijs : We moeten eigenlijk bewijzen dat
__ en daar 1 + cos 2 α = 2.cos² α
__
__   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 2 (Deel I), n = 3 (Deel II),
n = 4 (Deel II), n = 5 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP