Te bewijzen :
waarbij Fn de n-de term is in de rij van FIBONACCI :
1, 1, 2, 3, 5, 8, .... met Fn+2 = Fn+1 + Fn
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 4 is
F5 = 5  en  F4 = 3  met als verhouding 1,666...
→ inderdaad gelegen tussen 1,5 en 2
Deel II Gegeven :     ( I.H.)
Te bewijzen:
Bewijs : Daar  Fk+2 = Fk+1 + Fk   volgt uit de I.H.
__   en daar a < b ⇔ 1opb < 1opa voor positieve getallen
    tel nu 1 bij in elk van de drie leden
en dus ook
__ Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 4 (Deel I), n = 5 (Deel II),
n = 6 (Deel II), n = 7 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP

1) Als men de opgave verandert in    kan je n laten starten bij 2 i.p.v. 4
2) Je kan hetzelfde bewijs gebruiken om aan te tonen dat  

3) In de limiet, m.a.w. als n nadert tot plusoneindig komt de breuk dichter en dichter bij
  het gulden getal (ook getal van de gulden snede genoemd) :
   1,618...  Het bewijs ervan is niet eens moeilijk

4) Nog merkwaardiger : als je de rij niet begint met 1 en 1, maar met twee andere
  (grotere) natuurlijke getallen, dan nadert die breuk OOK naar 1,618...

Dit gulden getal is samen met pi en het getal van Euler, zowat de drie 'beroemdste' decimale getallen
die geen breuken zijn en ook geen wortel van een natuurlijk getal :

φ1,618...     e = 2,71828...     pi = 3,14159...