Te bewijzen : 32n+2 + 26n+1  is deelbaar door 11
m.a.w. 32n+2 + 26n+1  is een veelvoud van 11
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 0 is
32n+2 + 26n+1 = 32.0+2 + 26.0+1 = 32 + 2 = 11 (deeelbaar door 11)
Deel II Gegeven : 32k+2 + 26k+1 is deelbaar door 11     ( I.H.)
Te bewijzen: 32k+4 + 26k+7 is deelbaar door 11
Bewijs :  32k+4 + 26k+7
= 9.32k+2 + 26.26k+1
= 9.32k+2 + 64.26k+1
= 9.32k+2 + 9.26k+1 + 55.26k+1
= 9.(32k+2 + 26k+1) + 11.(5.26k+1)
De eerste term is deelbaar door 11 vanwege de I.H., de tweede vanwege de factor 11
Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 0 (Deel I),
n = 1 (Deel II), n = 2 (Deel II), n = 3 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP