Te bewijzen : A.B = B. A  ⇒  A.Bn = Bn. A   (A en B vierkante matrices)
m.a.w. als de matrices A en B commutatief zijn, dan zijn ook de matrices A en Bn commutatief
Bewijs :
Deel I De stelling geldt voor de kleinste n-waarde, nl. 1 want A.B = B. A is gegeven
Deel II Gegeven : A.Bk = Bk. A
Te bewijzen: A.Bk+1 = Bk+1. A
Bewijs : A.Bk = Bk. Anu beide leden links vermenigvuldigen met B
B.(A.Bk) = B.(Bk. A)nu de associatieve eigenschap toepassen
⇒ (B.A).Bk = (B.Bk). Anu de I.H. toepassen
⇒ (A.B).Bk = (Bk+1). A nu nog een keer de associatieve eigenschap toepassen
A.(B.Bk) = Bk+1. A
A.Bk+1 = Bk+1. A   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I),
n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP