Te bewijzen :
m.a.w.
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is

LL ≥ RL   O.K.
Nu gaan we bewijzen dat  S( k ) ⇒  S( k+1)
m.a.w. dat als de stelling geldt voor n = k, ze ook zal gelden voor  n = k + 1
Deel II Gegeven :     ( I.H.)
Te bewijzen:
Bewijs : Na vermenigvuldiging van beide leden met de dezelfde breuk,
volgt uit de Inducie Hypothese
__ Er blijft nu aan te tonen dat (beide leden positief)
⇔ (2k + 1)².(4k + 5)²  ≥  (2k + 2)².(4k + 1)
⇔ (4k² + 4k + 1).(4k + 5)  ≥  (4k²) + 8k + 4).(4k + 1)
⇔ 16k³ + 20k² + 16k² + 20k + 4k + 5  ≥  16k³ + 4k² + 32k² + 8k + 16k + 2
⇔ 24k + 5  ≥  24k + 4   evident !

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I), n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n

I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP