Te bewijzen : 1,1n>   2n   voor n = 21, 22, ...
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 22 is
LL = 1,121 ≈ 46 (met zakrekenmachine of ander rekentoestel)
RL = 2.21 = 42
    LL > RL   → O.K.
Deel II Gegeven : 1,1k>   2k     ( I.H.)
Te bewijzen: 1,1k+1>   2k + 2
Bewijs :     1,1k>   2k     beide leden met 1,1 vermenigvuldigen
⇒   1,1k+1>   2,2.k
⇒   1,1k+1>   2.k + 0,2.k
voor k = 21 of hoger is 0,2k minstens gelijk aan 4,2 en mag
   je dus vervangen door het kleinere getal 2
⇒   1,1k+1>   2.k + 2   Q.E.D.

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 21 (Deel I), n = 22 (Deel II),
n = 23 (Deel II), n = 24 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n groter dan 20


I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP