Te bewijzen : | n3 >(n + 5)2 vanaf n = ? |
Bewijs : | |
Deel I |
We onderzoeken eerst welke de kleinste n-waarde is waarvoor de stelling geldt n = 0 → 0 > 25 → nee n = 1 → 1 > 36 → nee n = 2 → 8 > 49 → nee n = 3 → 27 > 64 → nee n = 4 → 64 > 81 → nee n = 5 → 128 > 100 → ja ! n = 6 → 216 > 121 → ja |
Deel II | Gegeven : | k3 >(k + 5)2 (k = 5, 6, ...) ( I.H.) |
Te bewijzen: | (k + 1)3 >(k + 6)2 | |
Bewijs : | k3 >k2 + 10k + 25 | |
⇒ k3 + 3k2 + 3k + 1 >k2 + 10k + 25 + 3k2 + 3k + 1 | ||
⇒ (k + 1)3 >4k2 + 13k + 26 | ||
⇒ (k + 1)3 >k2 + 12k + 36 + 3k2 + k − 10 | ||
⇒ (k + 1)3 >(k + 6)2 + (k + 2)(3k − 5) We gaan het rechterlid kleiner maken door (k+2)(3k− 5) weg te laten, een positief getal vanaf k=2 ) | ||
⇒ (k + 1)3 >(k + 6)2 Q.E.D. |