Te bewijzen :   (*)
Merk op dat er puntjes staan zowel in het eerste lid als in het tweede lid !
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 telt het eerste lid twee termen
en het tweede lid één term :
Deel II Gegeven :    ( I.H.)
Te bewijzen:
Bewijs :
      nu volgt een verre van evidente stap
__
__
    want de eerste breuk en de laatste breuk heffen elkaar op

Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I), n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n

I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP

(*) We verduidelijken de formule met een voorbeeld waarbij  n = 3.
Er ontstaan dan in het eerste lid 6 termen en in het tweede lid 3 termen.

Merk op dat het rechterlid bestaat uit de rechterhelft van de termen van het eerste lid, maar dan allemaal met een plusteken.
Overigens : in het voorbeeld is de som links en rechts gelijk aan \(\frac{37}{60}\)