Te bewijzen : 1³ + 2³ + 3³ + ... + n³ = 1/6 n²(n+1)²
m.a.w.
Bewijs :
Deel I Voor de kleinste n-waarde, nl. 1 is
LL = 1³ = 1 (de eerste term)
RL = 1/4.1².2² = 1O.K. gelijk
Deel II Gegeven : 1³ + 2³ + 3³ + ... + k³ = 1/6 k²(k+1)²       ( I.H.)
Te bewijzen: 1³ + 2³ + 3³ + ... + k³ + (k+1)³ = 1/6 (k+1)²(k+2)²
Bewijs : LL = (1³ + 2³ + 3³ + ... + k³) + (k+1)³
__ = 1/6 k²(k+1)² + (k+1)³
__ = 1/6[k ² (k+1)² + 4(k+1)² ]
__ = 1/6.(k + 1)²(k² + 4k + 4)
__ = 1/6.(k + 1)²(k + 2)²   Q.E.D.
Toemaatje : vermits 1 + 2 + 3 + ... + (n − 1) + n = 1/2 n (n + 1)
         kan je de formule die je moet bewijzen ook schrijven als
         
Door het principe van volledige inductie is de stelling waar voor n = 1 (Deel I), n = 2 (Deel II), n = 3 (Deel II), n = 4 ...   m.a.w. voor elk natuurlijk getal n

I.H. = Inductiehypothese     Q.E.D. = quod erat demonstrandum
Deel  I  = BASIC STEP
Deel II = INDUCTIVE STEP