Te bewijzen : | 6n − 1 = |
of : 6n − 1 is deelbaar door 5 of : 6n − 1 is een vijfvoud | |
Bewijs : | |
Deel I |
De stelling is waar voor de kleinste n-waarde : neem je n = 0, dan is 60 − 1 = 0 neem je n = 1, dan is 61 − 1 = 5 in beide gevallen dus deelbaar door 5 |
Deel II | Gegeven : | 6k − 1 = ( I.H.) |
Te bewijzen: | 6k+1 − 1 = | |
Bewijs : | 6k+1 − 1 = 6.6k − 6 + 5 = 6.(6k − 1) + 5 | |
De eerste term is deelbaar door 5 wegens de I.H., dus ook de som. | ||
__ Q.E.D. |