Te bewijzen : | n³ + 2n is deelbaar door 3 |
of : n³ + 2n = of : n³ + 2n is een drievoud of : n³ + 2n is een veelvoud van 3 of : (n³ + 2n) is een natuurlijk getal | |
Bewijs : | |
Deel I |
De stelling is waar voor de kleinste n-waarde :
neem je n = 0, dan is n³ + 2n = 0³ + 2.0 = 0 =
in beide gevallen dus deelbaar door 3neem je n = 1, dan is n³ + 2n = 1³ + 2.1 = 3 = |
Deel II | Gegeven : | k³ + 2k is deelbaar door 3 ( I.H.) |
Te bewijzen: | (k + 1)³ + 2(k + 1) is deelbaar door 3 | |
Bewijs : | (k + 1)³ + 2(k + 1) | |
= k³ + 3k²+ 3k + 1 + 2k + 2 | ||
= (k³ + 2k) + 3(k² + k + 1) | ||
De eerste term is deelbaar door 3 wegens de I.H. De tweede term is deelbaar door 3 omwille van de factor 3 (× geheel getal) |