Hoeveel van de volgende vier uitspraken over natuurlijke getallen zijn waar ?
(1) Van drie opeenvolgende oneven getallen zijn er precies twee priem
(2) Van drie opeenvolgende oneven getallen zijn er minstens twee priem
(3) Van drie opeenvolgende oneven getallen is er minstens één priem
(4) Van drie opeenvolgende oneven getallen is er minstens één niet priem
A.   0
B.   1
C.   2
D.   3
E.   4
    a    b    c    d    e

[ vwo12-(1s7) - op net sinds 26.7.2025-() ]


Deze (7de)vraag werd gesteld in jan 1997 tijdens de eerste ronde van de 12de Wiskunde Wiskunde Olypiade (5de en 5de jaars)
Dit was de vraag met het grootst aantal foutieve antwoorden : 82%.
Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat de vraag begint met "Hoeveel ..."
13% juiste antwoorden en 5 blanco antwoorden

Translation in   E N G L I S H

IN CONS
IN CONSTR
IN CONSTRUC
IN CONSTRUCTI
IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

(1) is fout : 21 23 25 bevat maar één priemgetal
(2) is fout : 21 23 25 bevat maar één priemgetal
(3) is fout : 91 93 95 bevat geen enkel priemgetal
  (91 = 7.13,  93 deelbaar door 3)
(4) is fout : 3 5 7 zijn alle drie priemgetallen
GWB