A C O D B A' B'
In een cirkel trekt men twee middellijnen AB en CD en bepaalt men de afstand AA' (van A tot CD) en de afstand BB' (van B tot CD). Het bewijs dat die afstanden gelijk zijn gebeurt door aan te tonen dat de driehoeken OAA' en OBB' congruent zijn. Dit gebeurt met het congruentiekenmerk
A.   ZZZ
B.   ZHZ
C.   ZZH
D.   HZH
E.   ZHH
    A    B    C    D    E

[ 2-7307 - op net sinds 20.8.2025-(E)- ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

Z → de straal van de cirkel
H → overstaande hoeken zijn gelijk
H → de rechte hoek die ontstaat door de afstand te bepalen
(niet HZH van de zijde is niet het gemeenschappelijk been van de twee hoeken)
GWB